Fokken en Varianten

Bij het fokken van de Somali en de Abessijn staat voor ons voorop:
-Gezondheid
-Karakter
-Uiterlijk
-Genetische diversiteit

Voor gezondheid zijn de gentesten beschikbaar. Het karakter wordt naast erfelijke eigenschappen, ook door opvoeding bepaald. Kittens groeien bij ons op in de huiskamer, samen met onze volwassen katten en de honden. De eerste socialisatieperiode van kittens is de inprentingsfase t/m 6 weken. Geluiden zoals de stofzuiger, de tv en de radio, de telefoon, kinderstemmen en noem maar op kan een kitten alleen meemaken als hij meedraait in het huishouden. De tweede socialisatiefase loopt van 7 weken t/m 15 weken. Die tweede fase is net zo belangrijk als de eerste fase. Kittens leren alles van moederpoes en van andere volwassen katten. In die periode is het heel goed mogelijk als mens om kittens op te voeden en te leren dat bepaalde zaken niet mogen. Wees met die opvoeding consequent maar verwacht geen wonderen. Je bent natuurlijk kat, om toch steeds weer uit te proberen wat wel of niet mag.
Het uiterlijk is zeker belangrijk. Onze dieren gaan altijd een paar keer in hun leven mee naar de show. Wij gaan ervan uit dat de perfecte Abessijn en Somali nog gefokt moet worden en het blijft voor ons een uitdaging om de juiste partner voor onze fokdieren te vinden. Voor de genetische diversiteit kruisen wij de Abessijn in de Somali. Er zijn nu eenmaal veel meer Abessijnen dan Somali's. Kittens geboren uit een kruising Abessijn x Somali, worden Abessijn variant genoemd. Met variant wordt enkel aangeduid dat de betreffende kat het onzichtbare gen voor langhaar draagt. Een variant is altijd kortharig. Aan de vachtkwaliteit van een variant is niet altijd te zien dat het dier het gen voor langhaar draagt. Sinds kort is het mogelijk om Abessijnen op het gen voor langhaar te laten testen. Onze variantjes worden uitsluitend gebruikt voor de Somalifok en worden nooit meer teruggefokt in de Abessijnenpopulatie.